ierland-2019.reismee.nl

Dag 21 Dublin

En zo was onze laatste dag in prachtig, gastvrij, maar soms ook apart Ierland aangebroken. Apart omdat ze links rijden, maar rechts lopen. Omdat ze links rijden, maar rechts voorrang heeft. Omdat ze links rijden, maar in een parkeergarage aan de rechterkant omhoog rijden. Vind je het raar dat ik nog steeds niet weer waar ik moet kijken als ik een kruising oversteek. Maar wat een prachtig land en wat een warme, vriendelijke en gastvrije mensen. Die de hele dag door enorme maaltijden eten en houden van een biertje, die altijd aan je vragen hoe het gaat, ontzettend behulpzaam zijn en je een welkom gevoel geven. En die net zo genieten van een zonnige dag als wij.

Gelukkig begon onze laatste dag ook weer met een zonnetje. We wilden vandaag het gebied boven de rivier Liffey gaan bekijken, dit was ook weer op loopafstand. Allereerst liepen we richting EPIC museum, maar dat ging pas om 10 uur open. Daarom eerst meer een stukje langs de LIffey gelopen, van waar we een prachtig zicht hadden op het Custom House. Dit gebouw werd in 1781-1791 gebouwd als douanekantoor. Toen 9 later in het kader van de Act of Union van 1800 alle douanekantoren naar Londen werden verplaatst, werd het gebouw niet meer gebruikt. In 1921 werd het in brand gestoken door Sinn Fèin aanhangers om hun verkiezingsoverwinning te vieren omdat ze vonden dat het Custom House symbool stond voor het Brits imperialisme. In 1926 begon de restauratie, het zou tot in 1991 duren voordat de overheid er weer haar intrek in kon nemen.

Langs de Liffey zie je het Famine Memorial ter nagedachtenis aan de meer dan een miljoen slachtoffers van de Grote Hongersnood. Vele mensen kwamen vanuit het hele land naar Dublin in de hoop de boot naar Canada te kunnen nemen. Velen van hen hebben de overtocht niet overleefd. Aan de kade ligt ook nog een replica van een zeilschip uit die tijd.

Daarna zijn we dan EPIC binnengegaan, het Irish Emigration Museum. Een prachtig interactief museum over de grote emigratiestroom van de Ieren. Er werd uitgelegd waarom de Ieren gingen emigreren, in welke periodes, welke tegenslagen ze hadden, maar ook welke successen. Ook komen de Ierse invloeden in het buitenland aan bod, zoals sport en muziek. Ook zie je veel bekende mensen die Ierse roots hebben, zelfs Rihanna heeft Iers bloed, haar vader is half Iers. Het museum bevindt zich in het CHQ-gebouw, een in 1820 gebouwde constructie van glas en staal, een van de laatste bewaard gebleven pakhuizen van de Docklands. Dit museum is echt een aanrader.

Daarna doorgelopen naar O'Connell Street, hier waren we met de hop-on-hop-of bus ook doorheen gereden. Buiten winkels en veel fastfood zaken vind je hier ook het General Post Office, dat echt nog als postkantoor fungeert. Het gebouw is vooral bekend door het bloedige feit dat de republikeinse rebellen hier het met Pasen 1916 hebben opgenomen tegen het Britse leger, ook wel de Paasopstand genoemd.

Van hieruit wilden we naar het Irish Linen House gaan, we wilden graag placemats en servetten van Iers linnen kopen. Dit zie je ook wel in de toeristenwinkels, maar deze winkel was hierin gespecialiseerd. Nu lag het wel wat uit de richting, dus we moesten toch een flink eind lopen. Daar aangekomen verwachten wij een mooie winkel met tafelkleden in prachtige geschenkdozen. Maar tot onze verbazing werden alles daar ter plekke gemaakt. Ze hadden wel een kleine collectie liggen, maar ze maken het meeste in opdracht. We hebben dus zelf een prachtig Keltisch design uitgekozen uit de serie die gebaseerd is op het Book of Kells. Ook de kleuren van het borduursel en linnen konden we zelf uitkiezen. Rond 17.30 uur zou alles voor ons klaar liggen.

Daarna teruggelopen richting de Liffey. Eigenlijk had ik ook ook nog willen kijken naar Four Courts, een prachtig gerechtsgebouw uit 1802 maar dit stond in de steigers. We zijn dan ook maar een lekkere sandwich gaan eten bij O'Shea's, een mooie, grote pub. Grappig is dat ook zakenmensen in zo'n pub komen eten. En dan geen sandwich, nee, er komen hele maaltijden met vlees, groenten en aardappels voorbij.

Na de lunch zijn we naar Dublin Castle gegaan. De Anglo-Normandiërs lieten in de 13de eeuw een kasteel bouwen in Dublin, hier is alleen de zuidoostelijke toren nog van over. Zeven eeuwen lang was Dublin Castle de zetel van de Engelse overheersers. Na een brand in 1684 werd het kasteel opnieuw ingericht. Op de eerste verdieping liggen de luxueuze staatsappartementen, die hebben we bezocht. Deze vertrekken werden bewoond door de onderkoningen van Ierland, die door de Britten waren benoemd. We zien onder andere de ruimte waar James Connolly, een van de militaire leiders van de Paasopstand, behandeld werd toen deze ruimtes gebruikt werden door het militaire ziekenhuis van het rode kruis. In zijn ziekenhuisbed is hij voor de krijgsraad berecht en ter dood veroordeeld. De ruimtes die door het militaire ziekenhuis gebruikt werden in die tijd waren eigenlijk de slaapvertrekken van de onderkoning en eventuele gasten. Vooral het stucwerk op het plafond in deze kamers is prachtig.

De ruimte waar de dames zich vroeger terugtrokken na het diner, de zogenaamde "drawing room" was eigenlijk door de brand verwoest. Ze hebben deze ruimte helemaal gerestaureerd aan de hand van oude foto's. Ook komen we in de Throne Room, ook wel de audiëntiezaal. Hier betoonden lokale onderdanen hulde aan hun heersers, werden de Engelse onderkoningen ceremonieel ingehuldigd en werden debutantes gepresenteerd. De balzaal van het kasteel, de St. Patrick's Hall, is prachtig blauw van kleur. Vooral het geschilderde plafond is schitterend om te zien, dit werd voltooid in 1790. Nog steeds wordt deze zaal gebruikt bij belangrijke officiële evenementen zoals staatsbanketten en bij de beëdiging van de Ierse president iedere 7 jaar.

Na deze pracht en praal zijn we weer teruggelopen naar de Libbey. Ik wilde graag de Ha'Penny Bridge gaan bekijken. Deze voetgangersbrug uit 1816 heet eigenlijk de Liffey Bridge. Maar omdat je vroeger een halve penny moest betalen om via de brug naar de overkant te gaan, wordt hij Ha'Penny Bridge genoemd.

Daarna was het eigenlijk wel tijd voor een lekker drankje. Omdat we toch in de buurt waren, zijn we nogmaals naar de Temple Bar gegaan voor een biertje voor Walter en een rode wijn voor mij. Het blijft leuk om hier rond te kijken. Je merkte wel dat het op vrijdagmiddag veel drukker was met vrijgezellenfeestjes, die zaten vooral voorin de pub bij de live muziek. Er werd dan ook volop meegezongen. Hierna was het tijd om onze linnen placemats en servetten op te gaan halen. Ze zijn prachtig geworden, tenminste dat vinden wij. Een mooi aandenken aan een mooi land. Daarna weer teruggelopen naar ons hotel, dat was toch nog zo'n half uur lopen.

Dublin is wel een leuke stad om zo'n paar dagen door te brengen. Alles ligt relatief dicht bij elkaar, je kan overal wat eten en drinken, er zijn prachtige musea. Maar wat een drukte in zo'n stad, vooral de vele bussen zijn echt opvallend. Nu even uitrusten en dan gaan we vanavond voor de laatste keer lekker eten bij Hugo's. Voor de zekerheid hebben we een tafel gereserveerd. We hebben de afgelopen tijd wel gemerkt dat je hier eigenlijk wel moet reserveren als je in een restaurant wil eten. In een pub is meestal wel plaats, maar de restaurants zitten vaak vol.

Dag 20 Dublin

Ons hotel, het Fitzwilliam House, is een "heritage property". Gedurende de 19de eeuw was het normaal voor welvarende landeigenaren om een verblijf in Dublin te hebben. Het Fitzwilliam House werd eigendom van de familie Braddell op 27 februari 1836 voor 600 pond. De familie had een landgoed Coolmelagh House in County Wexford. Het overgrote deel van het huis is nog in originele staat zoals het was in 1836.

En weer begon de dag zonnig en warm, rond de 22 graden. Hoewel er in de loop van de dag wat meer wolken kwamen, was het toch een prachtige dag om door een stad te lopen. We begonnen vandaag in St. Stephen's Green, een park op het grootste plein van Europa. Je vindt hier ook mooie huizen omheen, sommige helemaal bekleed met klimop. Het park zelf is behoorlijk groot met meerdere vijvers en overal beelden van bekende Dubliners. Met dit mooie weer is het ook druk in het park, overal zitten mensen op bankjes en in het gras. Het park werd in 1880 door biermagnaat Sir Arthur Guinness, alias Lord Ardilaun aan de Dubliners geschonken.

Daarna lopen we door naar St. Patrick's Cathedral, waar het vol stond met bussen en dat betekent helaas altijd grote groepen. St. Patrick's Church is de hoofdkerk van de protestante Church of Ireland.

De kerk werd gesticht naast een heilige bron die Patrick, naar men zegt, omstreeks 450 n.C. gebruikte om bekeerlingen te dopen. Aartsbisschop John Comijn liet in 1192 een stenen kathedraal bouwen waar voorheen een houten kerk had gestaan. Een groot deel van het huidige gebouw dateert uit 1254-1270. Na allerlei verwoestingen en verbouwingen stelde Sir Benjamin Guinness in 1860 de middelen beschikbaar voor een grondige restauratie. De kathedraal zit vol met grafmonumenten en gedenkstenen, onder andere van Jonathan Swift, deken van St. Patrick's van 1713-1745. Terwijl wij rondliepen in de kerk, werd er door een voorganger een gebed opgezegd. Toen deze man ons hoorde praten, vroeg hij of wij Nederlanders waren. Toen wij dat beaamden, wilde hij ons iets laten zien. Er stond in de kerk een stoel die gebruikt was door William III of Orange, ofwel Willem van Oranje. We kregen een hele uitleg over de situatie in die tijd, dat was eigenlijk wel heel leuk. Ook wees hij ons nog op wat bijzonderheden die te zien waren in de kerk en die we anders niet opgemerkt hadden. Buiten de kerk ligt nog een parkje, vanuit hier had je mooi uitzicht op de kerk.

Na dit bezoek zijn we naar de Christ Church Cathedral gelopen, de katholieke tegenhanger van de St. Patrick's Cathedral. Deze kerk is met een loopbrug vergelijkbaar met de brug der zuchten in Venetië verbonden met de neogotische Synod Hall. Je vindt hier een tentoonstelling over Dublin ten tijde van de Vikingen en de middeleeuwen. De Vikingen landden eind 8ste eeuw in Ierland en stichtten Dublin in 841. Na de Anglo-Normandische invasie van Stongbow in 1169 raakte de bloeiende Ierse Vikinggemeenschap in verval. Dublin in de middeleeuwen werd getoond door nagemaakte huizen, havens en markten met bijbehorende geluiden, erg leuk om te zien. Daarna via de loopbrug naar de Christ Church Cathedral gelopen.

Dunan, de eerste bisschop van Dublin, en Sitric "Silkenbeard", de Vikingkoning van Dublin, stichtten deze kathedraal in 1038. In 1186 werd de kerk verbouwd door John Comijn, die ook de St. Patrick heeft gebouwd. Strongbow lag in de Christ Church begraven, maar zijn graf is vernietigd toen het dak van de kerk in 1562 is ingestort. Nu ligt er ter nagedachtenis aan Strongbow een vervangende graftombe uit de 14e eeuw met een anonieme ridder in volle uitrusting. Onder de kerk vind je een enorme crypte met kunstschatten, waaronder een zilveren schaal die geschonken is aan de kerk door (opnieuw) Willem III van Oranje in 1690 na zijn overwinning in de Slag bij de Boyne. We zien de Nederlandse leeuw ook in de crypte. Een ander hoogtepunt in de kerk is een kist met daarin het hart van Saint Laurence O'Toole. Deze kist was gestolen in 2012, maar is in 2018 weer teruggevonden.

Daarna doorgelopen naar City Hall, gebouwd tussen 1769-1779 voor de Royal Exchange (beurs).

En toen gaan lunchen in dé Temple Bar. Dat was echt ontzettend leuk. Wat een gezellige bar. De bar bestaat uit meerdere ruimtes met overal tafels, barkrukken en mensen. Ze hebben meer dan 500 soorten whiskey, waaronder eigen merk. Ook hebben ze denk ik wel 20 soorten bier van de tap. We hebben een lekkere sandwich gegeten en natuurlijk nog een Irish Coffee gedronken. Er was live muziek, een gitarist die gezellige meezingnummers speelde zoals Delilah. De pub stamt uit 1840 en is gevestigd in de wijk Temple Bar. We hebben ons hier prima vermaakt.

Na alle gezelligheid zijn we nog even gaan shoppen en langzaam terug gaan lopen naar ons hotel. Daar hebben we lekker even rustig aan gedaan voordat we vanavond in een pub Fish & Chips zijn gaan eten. Ook daar was live muziek, maar dat was lang zo goed niet als vanmiddag. Toch is het wel gezellig om te horen.

Morgen onze laatste dag in Dublin, dan zit het er weer op. Daar gaan we nog volop van genieten, het weer zal in ieder geval meezitten.

Dag 19 Dublin

Het voordeel van ons hotel is de ontzettend gunstige ligging, we zitten op loopafstand van het centrum. En we hadden vandaag weer ontzettend veel geluk, het was prachtig weer. Een strakblauwe hemel, geen wolkje te zien. In de zon was het zalig, boven de 20 graden. Volop genieten dus.

Allereerst zijn we naar Merrion Square gelopen, dit is een van de mooiste pleinen in Dublin. Dit plein met park in het midden wordt omgeven door prachtige 18e eeuwse panden. Vroeger waren dit woonhuizen, nu zijn het vooral kantoorpanden. Vooral de prachtige deuren van deze woningen zijn bekend, geschilderd in heldere kleuren met halfronde bovenlichten en aan weerszijden zuilen.

Het verhaal gaat dat de eerste deur knalgroen geschilderd werd door George Moore, schrijver. Zijn buurman was zo dronken geworden dat hij 's nachts de verkeerde deur binnenging en in bed naast de verkeerde vrouw belandde. Er hebben hier flink wat bekende Ieren gewoond, onder ander de schrijver W.B. Yeats en de nationalistische Ierse leider Daniel O'Connell. Op nummer 1 is de schrijver Oscar Wilde geboren, hier tegenover ligt sinds 1997 een beeld van hem ongegeneerd op een rots. De Dubliners noemen dit ook wel "the fag on the crag" ofwel de flikker op de rots.

Daarna lopen we door naar de National Library. Deze bibliotheek is geopend in 1890. Je vindt hier exemplaren van alle boeken die in Ierland zijn uitgegeven, ook bevat het de beste collectie van Ierse documenten ter wereld. Vooral de koepelvormige Reading Room is erg mooi om te zien, helaas mochten we hier geen foto's maken. Er was op dit moment ook een tentoonstelling over Yeats die we hebben bezocht.

Naast de National Library lag het National Museum of Archeologie, geopend in 1890. Er zijn 4 Nationale Musea in Dublin, allen zijn vrij toegankelijk. Het was een prachtig museum met marmeren pilaren en een prachtige mozaïekvloer. Maar vooral de collectie was indrukwekkend, van voorwerpen uit de prehistorie, een Egyptische afdeling, een Vikingafdeling, een van de grootste collecties goud uit de bronstijd. Wat ik vooral heel indrukwekkend vond, waren de 4 veenlijken die er tentoongesteld waren. Deze veenlijken uit de ijzertijd (circa 600 jaar voor Christus) zijn in 2003 ontdekt.

Na dit prachtige museum zijn we naar Trinity College gegaan, we hadden online kaarten voor het Book of Kells om 11.30 uur. Het Book of Kells is een van de grootste schatten van middeleeuws Europa. Het is een manuscript geschreven in Latijn en bevat de 4 evangeliën van het nieuwe testament (Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes), samen met verschillende inleidende teksten en tabellen. De pagina's zijn gemaakt van kalfshuid dat is geprepareerd om op te schrijven. Er zijn meer dan 150 kalfshuiden gebruikt om het boek te schrijven. Het is waarschijnlijk vervaardigd door jonge monniken van Iona, die in 806 naar Kells waren gevlucht na een inval van de Vikingen. Het is een meesterwerk van westerse kalligrafie met decoraties die buitengewoon kleurrijk zijn. Het kalligrafeerwerk bevat uiterst kunstige spiraalvormen en afbeeldingen van mensen en dieren. Het Book of Kells werd in de 17de eeuw overgebracht naar Trinity College. Via een audiotoer krijgen we uitleg over dit prachtige boek. Ook zien we het boek zelf in een afgesloten vitrine liggen.

Het entreebewijs is ook geldig voor de Long Room, de hoofdkamer van de oude bibliotheek van Trinity College. Deze kamer is gebouwd tussen 1712 en 1732. De kamer is bijna 65 meter lang en bevat meer dan 200.000 van de oudste boeken van de bibliotheek. Het prachtige houten plafond met tongewelven is in 1860 toegevoegd om meer ruimte te maken. Langs het middenpad bevinden zich marmeren busten van beroemde filosofen en schrijvers, de eerste hiervan werd vervaardigd in 1743.


We zien onder andere de buste van Shakespeare.

In de Long Room wordt ook de Proclematie van de Ierse Republiek tentoongesteld. Dit is een van de weinige resterende originele kopieën die in het geheim werden gedrukt in Liberty Hall op de dag voor het begin van de Republiek in 1916. Erg indrukwekkend om deze Long Room te bezoeken.

Na dit prachtige bezoek zijn we verder gelopen op het terrein van Trinity College. In 1592 stichtte de protestante Elizabeth I van Engeland Trinity College. Katholieken werden voor het eerst toegelaten in 1873, vrouwen pas in 1904. De huidige gebouwen stammen veelal uit de georgiaanse periode of uit de 19de eeuw. De universiteit kent veel groen, overal liggen grasvelden. We lopen over Library Square met zijn 30 meter hoge Campanile uit 1853 en verlaten het complex door de hoofdingang.

Op aanraden van Menno gaan we vlakbij het Trinity College lunchen bij O'Neill's, hier heeft hij ook gegeten toen hij in Dublin was. De sandwiches waren inderdaad lekker. Daarna doorgelopen naar de wijk Temple Bar waar je ook de bekende, roodgekleurde Temple Bar vindt. Deze wijk zit vol met restaurants en pubs, al is het overdag nog niet zo druk. Het is een gezellige oude wijk met keistraatjes en mooie gevels met overal bloemen. We zijn heel even Temple Bar binnengegaan, we willen hier komende dagen nog een keer gaan lunchen.

Daarna was het tijd om te shoppen in Grafton Street, een van de drukste en chicste winkelstraten van Dublin. Leuk was natuurlijk wel dat het overal uitverkoop was. Een van de mooiste warenhuizen uit Ierland is Brown Thomas, echt een prachtige winkel. Met merken als Boss, Versace, Gucci, Louboutin, noem maar op. Helaas zijn deze merken zelfs in de uitverkoop ver boven mijn budget, dus bleef het bij kijken.Toch heb ik nog wel een leuke blouse gekocht verderop in de straat.

Daarna hebben we, heel toeristisch, een hop-on-hop-of bus genomen. Omdat we een 3-daagse buspas hebben, zit dit er ook bij in. Op die manier hebben we meer dan een uur door Dublin gereden langs alle bezienswaardigheden. We zaten lekker bovenin de bus met open dak, zeker geen straf zo in de zon.

Rond half 6 waren we weer terug op de hotelkamer. Even de voeten laten rusten, omkleden en weer op zoek naar een leuk restaurantje. Dit keer zijn we bij Hugo's gaan eten. Dat beviel ons erg goed, we hebben voor vrijdag ook een tafel gereserveerd. Na het eten snel terug naar onze kamer want de Nederlandse dames moeten spelen en dat wil Walter toch wel zien. Terwijl hij naar de verlenging ligt te kijken, schrijf ik mijn dagelijkse verslag. We hebben weer een mooie dag achter de rug.

Dag 18 Clifden - Dublin

Vandaag hadden we een reisdag. We moesten het land doorkruisen van west naar oost. Maar eerst weer een lekker ontbijt in Sharamore House B&B in Clifden. Daarna spullen inladen en weer op pad.

We moesten bijna 300 kilometer rijden naar Dublin, vanaf Galway was het gelukkig voor Walter helemaal snelweg.

Maar eerst zijn we nog even gestopt bij Aughnanure Castle vlakbij Oughterard. Aughnanure Castle werd rond 1500 gebouwd door de familie O'Flaherty, een van de clans van Galway. Na hier even rondgelopen te hebben, zijn we verder gereden. Het was vandaag lichtbewolkt maar wel droog, dus ideaal weer om te rijden.

Rond de middag zijn we gestopt in Athlone, een klein stadje in het hart van Ierland. Volgens de boekjes is dit een mooi stadje waarbij ieder gebouw een verhaal te vertellen heeft. Ook de foto's in de reisboeken lieten een mooi stadje zien. Maar ons viel het tegen, het was eigenlijk niet veel bijzonders. Veel winkels en eetzaakjes waren gesloten, maar we hebben toch een lekkere tonijn en kip/pesto sandwich gegeten.

Toen we verder reden naar Dublin zei Walter opeens: "Als we nu de auto eens inleveren bij het vliegveld en de koffers op het vliegveld in de tijdelijke opslag doen. We hebben toch de auto niet nodig in Dublin." Net alsof hij een fantastisch voorstel had gedaan. Ik had dat veel eerder al eens voorgesteld, maar toen vond hij dat allemaal niet nodig. Nu wist ik niet dat we de koffers op het vliegveld in bewaring konden geven, maar ik had al wel voorgesteld om de auto eerder in te leveren. Maar goed, nu leek het net of het zijn eigen idee was. Het leek mij op zich ook wel een prima idee, we hadden de auto inderdaad niet nodig in de stad en parkeren in Dublin is erg duur.

Dus maar meteen naar Hertz gereden bij Dublin Airport om de auto in te leveren. Daarna door naar terminal 1 om de koffers in te leveren, wat we nodig hadden, hebben we meegenomen in de handbagage koffertjes. Met de bus konden we in 40 minuten richting centrum van Dublin rijden. We hebben maar meteen een buskaart voor 3 dagen gekocht, inclusief hop-on-hop-of bus, we blijven tenslotte toeristen. Toen we met de bus door het centrum reden, was ik zo blij dat we dit niet met de auto gedaan hebben. Wat een drukte op de weg, en dan dat vreemde links rijden. Nee, dit was veel beter. Vanaf de bushalte was het nog geen 10 minuten lopen naar ons hotel, Fitzwilliam Townhouse. Wel een heel verschil met alle kamers die we tot nu toe gehad hebben, ik denk dat hij de helft is qua grootte dan we steeds gehad hebben. Maar goed, dat was te verwachten in een stad. Het hotel ligt wel heel gunstig, op loopafstand van het centrum en van vele pubs en restaurants.

Vanavond dan ook lekker gaan eten bij Brookwood, uiensoep vooraf en daarna een heerlijke cote du buf voor 2 personen. Natuurlijk weer met een lekkere fles wijn erbij, een Primitivo. Een kop espresso na en we konden er weer tegen. Het valt ons wel op dat de koffie in Ierland heel goed is. Je krijgt of verse filterkoffie of espresso, maar altijd lekker. Na het eten nog een rondje gelopen en nu weer terug op onze hotelkamer. Morgen gaan we Dublin in, we hebben al kaartjes besteld voor de library en het Book of Kells van het Trinity college.


Dag 17 Connemara National Park

Vandaag weer een prachtige dag in het mooie Ierland. Natuurlijk begonnen we de dag weer met een stevig ontbijt, zalm met gepocheerd ei voor mij en pancakes voor Walter. We konden dus met een goed gevulde maag op pad.

Ons eerste reisdoel was Kylemore Abbey, een van Ierlands meest bezochte attracties. Kylemore Abbey is een prachtig landhuis gelegen aan een meer.

Mitchel Henry, een Engels politicus liet kocht het 6.075 hectare grote terrein in 1950 voor zijn vrouw Margaret. Hij liet er een prachtig landhuis bouwen waar zij samen met hun 9 kinderen gingen wonen. Helaas stierf Margaret in 1874 aan dysenterie terwijl ze op vakantie was in Egypte op 45 jarige leeftijd. Mitchel Henry liet ter nagedachtenis aan zijn vrouw tussen 1877 en 1881 een prachtige neo-gotische kerk bouwen op zijn landgoed. Iets verderop staat het eenvoudige mausoleum waar Margaret begraven ligt. In 1910 stierf Mitchel Henry en werd zijn urn met as bijgezet in het mausoleum.

In 1903 verkocht Mitchel Henry het landhuis en de landerijen aan de Hertog van Manchester. In 1914 nam een ontroerendgoed-speculant uit Londen het geheel over. Hij heeft hier nooit gewoond. In 1920 kwam het huis in handen van de Benedictijnen zuster die gevlucht waren uit Ieper in België, zij bewonen het huis nog steeds. Deze nonnen hebben een lange onderwijstraditie. In 1923 stichtten zij een meisjesinternaat en werden de grote receptiezalen omgebouwd tot klaslokalen en slaapzalen. In 2010 zijn de laatste studentes hier afgestudeerd.

Het huis biedt een prachtige tentoonstelling met multimedia. Zo zie je op schermen Mitchel en zijn vrouw met elkaar praten. Meerdere kamers zijn prachtig ingericht en eindelijk mochten we binnen ook foto’s maken.

Nadat we ook de gotische kerk hebben bezocht, zijn we met een shuttlebus naar de Victoriaanse ommuurde tuin gegaan. Deze tuin is 2,4 hectare groot en ligt op de zonnigste en warmste plek van het landgoed. De tuin is in dezelfde tijd aangelegd als het landhuis. Op dit moment zijn er nog steeds 7 tuinmannen fulltime in dienst, aangevuld met de hulp van studenten. Het is dan ook een prachtige tuin, vooral nu veel bloemen nog in bloei staan. Ook vind je hier nog de woningen van de vroegere hoofdtuinman en zijn knechten en een deel van de vroegere kassen. Al met al hebben we een paar uur doorgebracht op dit prachtige landgoed.

Daarna zijn we naar het visitor centre van het Connemara National Park in Letterfrack gereden. Dit nationale park is 2.957 hectare groot en bestaat uit bergen, moerassen, meren, veengebieden en graslanden. De bergen maken deel uit van de Twelve Bens of Beanna Beola Range, een beroemde bergketen. Bij het visitor centre beginnen meerdere wandelingen, helaas hebben we daar geen tijd meer voor doordat we zo lang bij Kylemore Abbey zijn geweest.

Wel hebben we nog voldoende tijd om de Connemare Loop te gaan rijden, deze maakt ook weer deel uit van de Wild Atlantic Way. Het is een prachtige route door North West Connemara. We starten bij Renvyle Peninsula, opnieuw een schiereiland in de Atlantische Oceaan. Hier vind je prachtige stranden en smalle weggetjes door glooiende heuvels. We rijden verder langs de Killary Fjord, in de ijstijd kon je vanaf hier naar Noorwegen lopen. Wat is het hier toch mooi. In Leenane zijn we gestopt voor een lunch, een dorp met nog geen 10 huizen waarvan de helft pub of winkel is. Overal zie je ook hier prachtig wollen truien en schapenvellen.

Daarna volgt een prachtige tocht naar Maam Cross, door de bergen, langs meren, wat is het hier mooi. Via een wat grotere weg rijden we naar Recess, waar we weer afslaan om over smalle wegen door dit mooie landschap te rijden. Een groot deel van de landschap bestaat uit veengebied, er wordt hier nog steeds turf gestoken. Regelmatig zie je afgestoken gebieden en plakken turf die liggen te drogen.

Je ziet ook overal schapen lopen. Niet alleen achter de hekken maar ook gewoon op de weg. Helaas zijn ze wel bang voor mensen, zodra je uit de auto stapt, lopen ze weg. Echt slim zijn ze ook niet, ze rennen zo de weg op. Maar wel een ontzettend leuk gezicht. Zelfs tot boven aan de bergen zie je witte stipjes, hier lopen de schapen rond.

Uiteindelijk eindigt de tocht weer bij Kylemore Abbey waar we de dag ook begonnen zijn. We rijden nog even door naar Clifden om wat winkels te bekijken. Maar ook hier zie je weer veel winkels met prachtige wollen truien en sjaals.

Het weer zat vandaag ook weer mee, het is de hele dag droog geweest en de zon kwam er zelfs af en toe doorheen. Het is wel een stuk kouder de laatste dagen, rond de 19 graden. Maar wij klagen niet, dit is prima weer om erop uit te gaan.

Vanavond lekker gegeten in Clifden, je kan in Ierland echt lekker eten. Vooral vis en steaks en overal is wel een fles Italiaanse wijn te krijgen. Restaurants zijn hier ook vaak druk, vooral in het weekend moet je reserveren. Tot nu toe hebben we eigenlijk overal wel lekker gegeten, ook voor lunches kan je hier overal terecht.

Dag 16 Lisdoonvarna - Clifden

We verlaten de prachtige Burren en rijden verder naar het noorden.

Onze eerste stop is bij Dunguaire Castle in Kinvarra. Het ligt heel mooi op een kleine landtong. De O'Heynes, nakomelingen van de koningen van Connaught, bouwden dit door een ringmuur omgeven tower house in de 16e eeuw. Het gebouw bestaat uit meerdere verdiepingen. De eerste verdieping kan je afhuren voor een middeleeuws feest of diner. Bovenop het tower house kan je rondlopen via een hele smalle doorgang. Gelukkig was het er nog niet heel druk, maar er kwamen al meerdere bussen aanrijden toen wij er waren.


Daarna zijn ze doorgereden naar Galway, of zoals de Gaelische naam luidt An Ghailimh. Galway is een levendige studentenstad en het centrum van de Gaelicsprekende gebieden in West-Ierland. Er wonen ongeveer 77.000 inwoners. Het is Ierland's op twee na grootste stad en het wordt de meest Ierse stad van Ierland genoemd. Galway is de hoofdstad van het gelijknamige graafschap.

Onder de Anglo-Normandiërs was de stad een een bloeiende handelspost. In 1396 verkreeg Galway een koninklijk charter en de volgende 2 eeuwen werd de stad bestuurd door 14 koopmansfamilies, de tribes. Onder invloed van de Engelsen kwam Galway tot grote welvaart, maar na de Slag bij de Boyne raakte de stad in verval. Inmiddels is Galway opnieuw opgebloeid als ontwikkelingscentrum voor de hightechindustrie.

Het centrum van de stad ligt aan de rivier de Corrib, die van Lough Corrib naar zee stroomt en steeds breder wordt naarmate hij de baai van Galway nadert. We lopen eerst naar de Salmon Weir Bridge die over de Corrib gaat. Deze brug werd in 1818 gebouwd om veroordeelden van het gerechtshof naar de gevangenis te brengen. Nu is de brug vooral bekend bij vissers die tijdens het paaiseizoen van de zalmen hier komen vissen.

Aan de overkant van de rivier ligt de Kathedraal van Galway. De officiële naam is Kathedraal van Onze Lieve Vrouwe in de Hemel en Sint-Nicolaas. Het is nog een nieuwe kerk, gebouwd in 1965 maar met een prachtig interieur. Je vindt hier een mix van gotische, Renaissance en barokke stijlelementen die vervaardigd zijn van lokale kalksteen en marmer uit de Connemara. Toen we aankwamen was er nog een mis bezig dus moesten we even wachten voordat we naar binnen mochten. Na de mis werd er nog enige tijd op een enorm orgel gespeeld, dat was wel heel sfeervol.

Daarna zijn we langs de rivier de Corrib naar de Spanish Arch gelopen, een leuke wandeling langs het water met overal weer die prachtige roze bloemen die we gisteren ook in de Burren zagen. De Spanish Arch dateert uit 1584 en is nog het enige overgebleven stuk stadswal uit die tijd. We lopen verder Quay Street in, een drukke straat met vlaggen en mooi gekleurde pandjes. Overal zie je hier pubs, terrassen en eethuisjes, heel druk en gezellig. We gaan lekker een pasta eten bij een Italiaans restaurantje met een lekker glas wijn erbij.

Daarna slenteren we verder richting Shop Street en William Street. Gezellige winkelstraten en ondanks dat het zondag is, zijn bijna alle winkels open. We eindigen bij Eyre Square, een stadspark waar de vlaggen van de 14 tribes van Galway nog wapperen. Ook hier vind je weer volop pubs en eethuisjes.

We verlaten Galway en rijden verder richting de kust. We zien steeds meer van het prachtige landschap van de Connemara, prachtige groene bossen met schitterende meren en op de achtergrond steeds weer de Atlantische Oceaan. Omdat we nog wel wat tijd hebben, rijden we een stuk van de Sky Road, een kustweg in de buurt van Clifden. Ook hier steeds weer prachtige uitzichten. Jammer is wel dat de wegen in Ierland smal zijn en je weinig uitzichtpunten hebt of plaatsen om te stoppen. In het dorpje Roundstone stoppen we even om toch wat foto's te maken.

We rijden verder langs Ballyconneely met zijn prachtige rotsachtige eilanden en stoppen even bij een van de stranden hier. Het zand is bijna wit en het water heeft een prachtige turquoise kleur, erg mooi. Het weer zit niet echt mee, het waait ontzettend en het is niet echt warm. Het ene moment schijnt de zon en 5 minuten later regent het weer, je kan er geen peil op trekken. Gelukkig was het wel steeds droog als wij uit de auto waren, dus we mogen niet klagen.

Nu zijn we aangekomen in Clifden, een gezellig klein stadje dat het opvallende skyline heeft door zijn 2 kerktorens. Helaas hebben we deze nog niet op de foto gezet, dat komt morgen wel. Ook in Clifden vind je volop restaurants en pubs, dus dat zit wel goed. We overnachten bij Sharamore House, dat ligt iets buiten Clifden. We hebben een prachtig uitzicht over zee en weer een mooie, ruime kamer.

Dag 15 Burren National Park

Vandaag gaan we de dag doorbrengen in Burren National Park. We werden weer wakker met een zonnetje, wat dat betreft boffen we heel erg deze reis.

De Burren (letterlijk: “Grote rots”) is een uniek karstlandschap in het noordweste”n van het graafschap Clare. Het is 1 van de 6 nationale parken van Ierland. Het kalksteengebied heeft een oppervlak van ongeveer 300 km2. Aan de noordzijde wordt het begrensd door de baai van Galway, aan de westzijde door de Cliffs van Moher. De vorming van dit landschap begon ongeveer 300 miljoen jaar geleden toen het huidige Ierland een ondiepe zee in een tropisch klimaat was. Een miljoen jaren durend proces zorgde ervoor dat er een kalksteenlaag werd gevormd die na verloop van tijd boven zeeniveau kwam te liggen en een plateau vormde: de Burren.

Het rotsige landschap is zeer vruchtbaar en je ziet dan ook veel planten en bloemen. Onder het gebied liggen duizenden grotten. Ook vind je veel archeologische monumenten in dit gebied. Het woord ‘burren’ komt van het Gaelische Boieann, wat “rotsachtig land” betekent. In 1640 zei 1 van de landmeesters van Cromwell: “het is een ruig land, dat niet genoeg water heeft om een man te verdrinken, geen boom om hem op te hangen en geen grond om hem in te begraven”.

Allereerst bezoeken we Poulnabrone dolmen, een soort van hunebed. Dit graf dateert uit het Neolithicum, ergens tussen 4200 en 2900 voor Christus. Er lagen hier behoorlijk wat mensen begraven. Archeologen vonden hier de lichaamsdelen van een pasgeboren baby, 6 kinderen en ongeveer 16-22 volwassenen. Deze laatsten waren op 1 na allemaal jonger dan 40 jaar. Het skelet van de baby was van later jaren, waarschijnlijk als offer daar neergelegd. Uit onderzoek bleek dat deze mensen een fysiek zwaar bestaan hebben gehad, wat in dit kale gebied ook wel voor te stellen is. Naast de menselijke resten zijn er ook allerlei gebruiksvoorwerpen gevonden. Het is niet voor te stellen hoe mensen in die tijd zo’n graftombe hebben kunnen maken, de bovenste steen weegt ongeveer 1.5 ton.

Daarna rijden we verder naar de Visitor Centre. We zien daar wat filmpjes over het gebied en de vele wandelingen die je kan maken. Maar helaas heeft Walter toch wat blaren bij zijn kleine tenen, dus wil hij liever niet gaan lopen. Dan maar kijken of we met de auto wat door het gebied kunnen rijden.

Onze volgende stop is bij Aillwee Caves. Hier vind je de beroemdste van de duizenden grotten die onder het karstlandschap van de Burren te vinden zijn. Aillwee is afgeleid van het Ierse woord voor “Gele klip”: Aill Bhui. Bij deze grotten vind je ook roofvogelscentrum waar een roofvogelshow gegeven wordt. De show is net begonnen als wij binnenkomen. We zien onder andere een schattig wit uiltje.

Dit uiltje was totaal afhankelijk van mensen omdat hij zeer slecht zag. Het was dan ook heel lief om te zien hoe hij zijn verzorger steeds volgde, net een hondje. Ik zou hem zo als huisdier willen hebben. Ook kregen we een valk te zien, wat een prachtig beest. Ongelooflijk hoe snel hij kan vliegen, dat zag je ook heel goed bij de demonstratie. Mooi om te zien dat de valk ook gewoon terugkomt naar zijn verzorger, ook als hij gewoon vrij rondvliegt over de bergen. En wat is zo’n beest snel, je kan bijna niet filmen hoe hij terug komt vliegen, zo’n enorme snelheid heeft hij.

Daarna gingen we verder naar de grotten. De Aillwee Caves staan ook wel bekend als Bear Haven, dit omdat je hier nog de winterslaapplaatsen ziet van beren die hier vroeger geleefd hebben. De oudste botten van beren die hier liggen zijn 10.000 jaar oud.

De grotten zijn pas rond 1940 ontdekt, pas sinds de jaren 70 is er onderzoek gedaan en zijn ze opengesteld voor bezoekers.

Daarna zijn we doorgereden naar het dorpje Ballyvaughan om te lunchen. Ik heb hier nog een rolsjaal gekocht van Aran wol. Langs de kust zijn we verder gereden. Je hebt hier prachtige uitzichten over de baai van Galway. Helaas zijn de wegen hier smal en staan er overal muurtjes langs de weg. We konden dan ook nergens stoppen om foto’s te nemen. Heel jammer, want wat was het mooi.

Gelukkig vinden we eindelijk een uitzicht punt, daar stoppen we dan ook even om foto’s te maken. Ook vlakbij Doolin kunnen we stoppen, hier is het ook heel druk met wandelaars. Ook zien we hier mensen die abseilen langs de kliffen, lijkt me toch wel eng.

We hebben heel de dag prachtig weer gehad, zonnig en rond de 25 graden. Maar zo einde van de middag gaat het toch wel afkoelen. We rijden dan ook terug naar onze hotelkamer, waar Walter de wedstrijd van de Nederlandse dames nog gaat terugkijken. Even rustig aandoen is ook wel lekker.

’s Avonds gaan we weer erg lekker eten bij The Riverside Bistro in Doolin. Deze keer nemen we ook een Irish Coffee, de eerste keer dat we dit nemen. Maar dat hoort er toch bij als je in Ierland bent. Morgen verlaten we deze omgeving weer en rijden we verder richting het noorden.

Dag 14 Cliffs of Moher

Vandaag een topdag gehad bij de Cliffs of Moher. Vroeg opgestaan want we hadden een shuttlebus gereserveerd vanuit Doolin om 9.15 uur. Doolin is ongeveer een kwartier rijden vanaf ons hotel. We hebben de auto geparkeerd bij Doolin Pier, dit koste slechts 5 euro per dag. En dat bij een toeristische attractie, dat moet je in Nederland eens proberen.

Met de shuttelbus zijn we naar het visitor Centre van de Cliffs of Moher gegaan. We werden afgezet bij Guerin’s Path, ongeveer 10 minuten lopen vanaf tot de visitor Centre. De Cliffs of Moher (spreek uit als Moo-ur) behoren tot de hoogste klipkusten in Europa.

De 214 meter hoge en 8 kilometer lange kliffen zijn prachtig. De rotsen bestaan uit lagen zwarte schalie en zandsteen. Op de beschutte richels nestelen heel veel vogels, waaronder weer de aandoenlijke papegaaiduikers. In het visitor centre hebben we de expositie bezocht en een mooie film gezien.

Daarna zijn we begonnen aan onze wandeling. We wilden van het Visitor Centre teruglopen naar Doolin, dit is ongeveer 8 kilometer. Allereerst lopen we naar O’Brien’s Tower, deze toren is gebouwd als uitkijkpost voor toeristen in de 19e eeuw. O’Brien’s Tower ligt op het hoogste punt van de kliffen, dus op 214 meter hoogte. Het uitzicht op de kliffen is hier prachtig. Helaas is het hier ook erg druk, er worden busladingen toeristen uitgeladen bij het Visitor Centre, vooral veel Amerikanen en natuurlijk Chinezen, die zie je overal.

Gelukkig wordt het rustiger naarmate je verder loopt. De kliffen worden dan ook een stuk lager, maar toch is het een prachtige wandeling. We lopen langs de rand van de kliffen, door weilanden, langs muurtjes, paarden, koeien en stieren langzaam naar beneden. We doen ongeveer 3 uur over de wandeling en nemen ontzettend veel foto’s . Gelukkig is het fijn wandelweer, niet te warm, licht bewolkt en droog. We genieten volop, al zijn we ook blij dat we in Doolin aankomen. Gelukkig heeft Walter nog geen blaren en houdt hij het lopen goed vol, dat was voorheen wel anders. Zijn de nieuwe zooltjes toch ergens goed voor!!

Doolin is een klein plaatsje aan de kust in het graafschap Clare. Het is een bekend centrum van de traditionele Ierse muziek. Eigenlijk is het nauwelijks een dorp te noemen, er zijn alleen wat losse huizen en pubs te vinden. Verder is bijna ieder huis hier een B&B. We eten een lekkere krabsandwich bij de Ivy Cottage, een leuk geel beschilderd huisje. Hiernaast vind je het roze pand van de Sweater Shop. Zo leuk om al die gekleurde huisjes te zien. We waren blij om onze voeten even rust te gunnen.

Daarna doorgelopen naar Doolin Pier, ongeveer 2 kilometer verderop.

Hier namen we de boot naar een van de Aran Islands, namelijk Inis Oírr (in het Engels Inisheer).

De 3 Aran eilanden maken deel uit van dezelfde kalksteenbergrug. Inis Oírr is het kleinste eiland, Inis Mòr is het grootste. De aantrekkingskracht van de eilanden zijn het grimmige landschap met overal stapelmuurtjes. De eilanden vormen door hun geïsoleerde ligging een bolwerk van de Ierse cultuur, er wordt hier ook volop Gaelisch gesproken. De eilanden zijn beroemd om hun breiwerk, overal in Ierland vind je Aran sweaters.

We lopen een stukje over het eiland, maar Walter is het lopen eigenlijk wel beu. Dus gaan we maar een kop koffie drinken vlakbij het haventje. Ik wil eigenlijk nog wel wat meer zien, dus ga ik alleen nog een stukje lopen. Ik loop naar Teampall Chaomháin, een kerk en begraafplaats uit de 10e eeuw. Het is een prachtige plek, vooral door de mooie ruïne van de kerk en de vele Keltische grafstenen. Ik ben dan ook blij dat ik hier nog naartoe ben gegaan. Via het kleine strandje loop ik terug naar Walter, we moeten de boot terugnemen naar Doolin Pier.

Daar aangekomen blijven we op de boot voor een boottocht langs de klippen. Zo mooi om die kliffen nu vanaf het water te zien. Ook omdat de zon eindelijk doorkwam, hierdoor was het een prachtig gezicht. Walter heeft dan ook ontzettend veel foto’s gemaakt. Ook omdat we steeds weer die schattige papegaaiduikers zagen vliegen boven het water, het valt niet mee om die goed op de foto te krijgen.

We krijgen van de kapitein van de boot uitleg over de kliffen en de andere bezienswaardigheden. En dan wijst hij ons op een grote grot. Deze grot kennen we van de film Harry Potter and the Halfblood Prince. Harry gaat samen met Perkamentus naar deze grot om een Reliek van de dood te zoeken. Heel leuk om dat zo hier te zien.

Wat ben ik blij dat we deze tocht gemaakt hebben, het was zo indrukwekkend om te zien.

Na zo’n lange dag hadden we wel honger gekregen. We zijn ontzettend lekker gaan eten bij Riverside Bistro in Ennis/Doolin. Ze hadden daar zelfs Cíu Cíu wijn uit Offida. We hadden als hoofdgerecht verse zalm en kabeljauw gewikkeld in gerookte zalm en dan in de oven, zalig. We hebben dan ook maar meteen een tafel voor morgenavond gereserveerd. Dat moet je hier dan ook echt wel doen, de restaurants zitten vaak vol als je niet reserveert.

Nu weer terug op de hotelkamer. Lekker met de voetjes omhoog, die hebben wel even rust verdiend.