Dag 10 Ring of Beara
Gelukkig werden we vanmorgen weer wakker met een zonnetje, het zag er weer goed uit. Na weer een lekker ontbijt met een toasted bagel met roerei voor mij en een toasted bagel met gebakken ei, bacon en worstjes voor Walter gingen we weer op pad.
Hoewel de meeste toeristen de Ring van Kerry gaan rijden, gaan wij na tips van meerdere Ieren de Ring van Beara (spreek uit als Bara) rijden. De rondrit gaat over het schiereiland Beara en door de Caha Mountains en trekt veel minder bezoekers dan de Ring van Kerry. Beara Schiereiland ligt afgelegen met her en der een dunbevolkt vissersdorpje. Vroeger was dit een smokkelaarsoord, waar de Ieren sardines ruilden voor Franse cognac. De totale route is ongeveer 140 km lang en ligt zowel in het county Cork als het county Kerry. Deze route hoort ook bij de Wild Atlantic Way, dit zie je ook steeds aangegeven staan.
Via Kenmare rijden we weer naar Glengarriff over de Caha Pass. Hoewel we hier gisteren ook gereden hadden, ziet het er nu in de zon heel anders uit. Het is een prachtige pass met schitterende vergezichten. We stoppen even in Glengarriff voor een kop koffie en rijden daarna het Beara Peninsula op.
Vanuit Glengarriff rijden we verder langs slingerende kustwegen naar Castletownbere, de grootste plaats op het schiereiland. Het wordt omringd door de Caha Mountains en de Slieve Miskish Mountains. Vroeger was de beschutte haven van Castletownbere het terrein van smokkelaars, nu ligt het vol met buitenlandse vissersboten. Er wordt hier jaarlijks 20.000 ton witvis per jaar gevangen, dit wordt vooral geëxporteerd naar Japan en Europa. Omdat het rond 12 uur is, besluiten we hier een lekkere krabsandwich te eten. We weten tenslotte niet wat we nog meer tegenkomen tijdens onze tocht.
De volgende stop is het uiterste zuidwestelijke puntje van het schiereiland, Dursey. Dursey Island is gescheiden van het vasteland door een smalle strook water, Dursey Sound. Op het eiland wonden slechts 6 mensen. Je kan met een kabelbaan naar de overkant, dit is Ierlands enige kabelbaan. Wij doen dit niet, er is verder niets te doen op het eiland behalve een wandeling van 14 km. Hier hebben we geen tijd voor.
We wandelen wat langs de kust, je hebt hier prachtige uitzichten over de kliffen. Helaas hangt er wat laaghangende bewolking zodat je steeds minder ziet van het eiland. Wel zie ik in de Atlantische Oceaan 2x een dolfijn zwemmen in de verte. Helaas te ver weg om op de foto of film te zetten.
We rijden verder langs de bovenkant van het eiland. Dit deel is het mooiste om te rijden met spectaculaire uitzichten. De wegen zijn heel smal, meestal 1-vaks banen met muurtjes en heggen erlangs. Je ziet dus weinig van het tegemoetkomend verkeer. Meestal sta je wel op tijd stil en kan een van beide een uitwijkmogelijkheid vinden.
De volgende stop is het dorp Allihies, een dorpje met een wit zandstrand en kleurrijke huisjes. We bezoeken hier het Copper Mine Museum, maar dat valt wel wat tegen. Het is maar heel klein en ik had meer oude mijnwerkersgebouwen verwacht. De geschiedenis van de kopermijnen in Allihies begint in de bronstijd en eindigde in de 20e eeuw.
Vanuit Allihies rijden we door een prachtig landschap met steeds weer uitzicht op de Atlantische Oceaan door naar Eyeries, een klein, prachtig dorpje met schitterend gekleurde huizen. Vanuit Eyeries rijden we via de kustweg naar Ardgroom, daarna door naar Lauragh. De weg wordt steeds smaller, slechts 2,5 meter breed, maar wat een prachtige tocht. Gelukkig komen we bijna geen tegenliggers tegen, toch ligt de snelheid hier rond de 30 km/uur.
Vanuit Lauragh rijden we weer terug naar Kenmare. Vanuit hier willen we via Killarney National Park terugrijden naar Killarney. Je moet hier een prachtig uitzicht hebben bij Moll’s Gap. Helaas … boven aangekomen is de weg afgezet, we worden omgeleid via de Gap of Dunloe, een spectaculaire door gletsjers uitgesleten bergpas. De weg door het ravijn biedt schitterende uitzichten over de kloof en de 3 kleine meren. Helaas is deze route wel ruim een uur langer dan gepland. Maar het is de moeite waard, wat een schitterende tocht. Opnieuw 10 km lang over hele smalle, kronkelende wegen. Regelmatig lopen de schapen voor je auto waardoor je even helemaal moet stilstaan totdat ze weer verder lopen.
Rond 19 uur zijn we dan eindelijk weer terug in Killarney. Snel de auto geparkeerd bij Fuchsia House Guesthouse en daarna lopend het plaatsje in. We hadden onderhand wel honger gekregen en hebben heerlijk gegeten bij Murphy Brownes.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}